Het naar school gaan is niet voor iedere minderjarige zo vanzelfsprekend.
De oorzaak daarvan is veelal een disbalans tussen draagkracht en draaglast van de minderjarige en/of ouders. Daarvoor kunnen een tal van redenen bestaan.
Als een minderjarige meer aandacht of zorg nodig heeft dan er binnen de school geboden kan worden dreigt er kans op (gedeeltelijke) uitval.
Ongeacht de redenen zijn minderjarigen in die gevallen het plezier in onderwijs en het contact met leeftijdsgenoten kwijtgeraakt. Niet naar school gaan is vaak een wijze van protest tegen wat hen overkomt.
“Wie is de minderjarige? En wat heeft hij/ zij nodig om zich te ontwikkelen? Zijn er specifieke onderwijsbehoeften nodig?”
Minderjarigen met autisme en/ of aanverwante stoornissen hebben vaak ondersteuning nodig op school. De behoefte daaraan verschilt en heeft enerzijds te maken met kenmerken van de minderjarige, zoals de manier waarop de minderjarige omgaat met anderen, communiceert, informatie verwerkt, en anderzijds met de mate waarin een ondersteunende omgeving aanwezig is.
Een voorwaarden voor passend onderwijs aan deze minderjarigen is dat het autisme herkend wordt en dat er maatwerk wordt geboden in een (educatief) partnerschap met ouders. Aanpassingen die een schoolomgeving veiliger en duidelijker maken, zijn vaak eenvoudig te realiseren en hebben een positieve werking op het didactisch leren, het sociale gedrag en het welzijn van de minderjarige. Als gedrag complex is of de ondersteuningsbehoefte te groot, kan een ambulante “shaduw begeleider” in de klas helpend zijn en is het nodig dat onderwijs en jeugdhulp naadloos op elkaar aansluiten.
Als het zitten in een klas lastig is, kan er gekozen worden voor shadow begeleiding in de klas. Deze shadow is er speciaal voor deze minderjarige en helpt waar nodig.
Denk hierbij aan teveel prikkels, verduidelijking van sociale gebeurtenissen en uitleg van taal die letterlijk genomen wordt. Dit kan een uitkomst bieden voor kinderen die zowel externaliserend* als internaliserend** gedrag vertonen.
* Externaliserend gedrag omvat ondermeer agressief gedrag, anti-sociaal gedrag en hyperactief gedrag.
** Internaliserend gedrag worden onder andere faalangsten, teruggetrokkenheid, depressie en angststoornissen gerekend.